Belastingschijven, wat betekenen ze voor jou?

Hoe hoger je inkomen, hoe meer belasting je hierover betaalt in Nederland. Daarom werkt de Belastingdienst met een systeem om de inkomstenbelasting per inkomensgroep vast te stellen: de belastingschijven. Ontvang je een hoger inkomen? Dan betaal je ook een hoger belastingtarief over je loon. Je inkomen valt dan namelijk in een hogere belastingschijf.

Belastingdienst belastingschijven – De tarieven

In onderstaande tabel zie je de indeling van de tarieven Box 1 in 2023.

Belastbaar loon uit loondienstBelastingschijven Belastingdienst – Welke inkomsten moet je meetellen?

Het bedrag waarover je belasting betaalt is al je inkomen uit werk, samen met je eigen woning. Onder inkomen uit werk valt:

• Belastbare winst uit een eigen onderneming
• Het belastbare resultaat van freelancewerk en betalingen uit auteursrechten
• Belastbaar inkomen uit uitkeringen, zoals bijstand, pensioen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
• Verstrekkingen uit bijvoorbeeld alimentaties
• Belastbaar inkomen uit eigen woning (hierover betaal je bijvoorbeeld je eigenwoningforfait)

Over dit inkomen betaal je in box 1 belasting door middel van een viertal belastingschijven. Over het eerste deel van je inkomen betaal je het tarief van de eerste schijf, over het tweede deel betaal je het tarief van de tweede schijf enzovoorts.

De belastingschijven en je belastbaar inkomen

Het inkomen waar de Belastingdienst mee rekent is niet je totale inkomen, maar je belastbaar inkomen. Dat wil zeggen dat je eventuele aftrekposten van je inkomen af mag trekken voordat je belastbaar inkomen wordt bepaald. Heb je bijvoorbeeld recht op hypotheekrenteaftrek, heffingskortingen of zijn je studiekosten aftrekbaar? Dan trekt de Belastingdienst deze van je inkomen af voordat de inkomstenbelasting wordt berekend.

Dit betekent dat je over een lager bruto inkomen belasting betaalt dan je werkelijke inkomen. Stel dat je inkomen 35.000 euro bedraagt en je hebt recht op hypotheekrenteaftrek van 5.000 euro. Dan mag je deze 5.000 euro van de 35.000 euro aftrekken, waardoor er een belastbaar inkomen van 30.000 euro overblijft.